“Short cycle stiftlassen” geeft een oppervlakkige (ondiepe) inbranding waardoor dit proces uitermate geschikt om lasstiften met Ø 3 tot en met 12 mm op dunne platen te lassen. De minimale plaatdikte moet hierbij 1/8 van de op te lassen draadeinden of andersoortige stiften zijn.

Deze stiften/draadeinden worden puntig uitgevoerd, zonder toevoeging van een aluminium balletje, om ervoor te zorgen dat de ontlading midden in de stift ontstaat en het smeltbad op de goede plaats ontstaat.

HET PROCES

De positieve pole wordt op het werkstuk geklemd. Vervolgens wordt het op te lassen draadeind, binnendraadbus of  in het stiftlaspistool gebracht en gepositioneerd op het werkstuk. Eventueel wordt er een keramische ring gebruikt.

Bij het inschakelen van de machine wordt er kortstondig een elektrische (vlam)boog tussen de stift en het materiaal getrokken waardoor het oppervlak van stift en werkstuk viskeus wordt. De stift wordt meteen daarna, meestal door een veer, weer met kracht in het lasbad op het werkstuk gedrukt.

Nadat de lastijd verstreken is, bij SC stiftlassen niet langer dan 0,1 sec, koelt het lasbad weer snel af en is het totale oppervlak van de flens van de stift versmolten met het werkstuk.